Vorig jaar augustus trokken vader en dochter (ondergetekende) naar Oostenrijk, naar het Stubaital, um genau zu sein. We hadden besloten een weekje te gaan wandelen in de bergen. Hartstikke leuk, want dat deden we vroeger ook altijd. En na zo’n 15 jaar niet, werd het de hoogste tijd om weer te gaan. Heel tof, maar d’r begon wel meteen een duiveltje op m’n schouder te praten… Dat je daar hoog in de bergen niet even snel naar de supermarkt kunt voor een Laura-proof hapje. “Je bent afhankelijk van het eten in de hutten; hoe ga je dat doen?” In het blad Hoogtelijn van de NKBV deelde ik mijn bergervaring, hier vertel ik je hoe het eten in de bergen was en hoe ik me erop heb voorbereid.
Eten in de bergen gezond?
Dat eten in de bergen is dus wel iets waar ik me druk om heb gemaakt. De afgelopen jaren heb ik me verdiept in wat voeding met mij doet; ik ben gezonder gaan eten en merk dat mijn lijf het een stuk beter doet op veel groente, weinig koolhydraten en niet zoveel suikers. Fijn om te weten. Alleen maakt het m’n leven soms ook een stuk lastiger. Buiten de deur eten is vaak al een uitdaging. Hoog in de bergen is het helemaal spannend. Het is daar letterlijk en figuurlijk eten wat de pot schaft. En Oostenrijks eten is waarschijnlijk net dat wat ik thuis grotendeels van het menu heb geschrapt…
Maar als het op eten aankomt vind ik het leuk om dingen uit te zoeken en experimenteren, dus ben gaan zoeken naar mogelijkheden. We hadden namelijk een doel met onze wandeling: een remake maken van een oude foto! :)

Wat eten ze in Oostenrijk?
In mijn beleving vooraf zou het eten in Oostenrijk voornamelijk vlees, kaas en koolhydraten zijn, maar een echt idee van Oostenrijks eten had ik eigenlijk ook niet. Een Google-zoektocht bevestigt mijn vooroordeel: schnitzel, schnitzel, schnitzel en ook nog cordon blue. Jaja. Een ander populair gerecht – Tiroler Gröstl – blijkt niet veel hoopvoller. Tiroler Gröstl is namelijk gebakken aardappelen met spek en ei.. om te greuzelen, brrr!
Conclusie: wil ik fatsoenlijk door die bergen kunnen huppelen, dan zal ik dus een en ander aan voorbereiding moeten treffen en zelf voedzaam eten meenemen.
Zoektocht naar gezond eten in de bergen
En zo geschiedde: ik ging op zoek naar handige hapjes om mee te nemen in mijn rugtas. Zoals mijn vader – wijs man als hij is – al waarschuwde; je moet het allemaal wel (zelf!) meetillen. Dus de randvoorwaarden waren al snel duidelijk: LICHT, compact en voedzaam, zonder onnodige meuk.
Al snel kwam ik in de Hoogtelijn van de NKBV een artikel tegen met daarin het recept voor een toerbrood. Dit is een goedgevuld brood wat je meerdere dagen goed kunt houden buiten de koelkast. Aan de eis licht voldoet het helaas alleen niet. En groente zitten er ook niet in.
Nog even verder zoeken…
Ik sla de bladzijde van de Hoogtelijn om en mijn oog valt op een getekende waslijn met groentes. BINGO! De schrijver begint zijn verhaal dat hij champignons boven de kachel droogde, maar dat je dat met van alles kunt doen, zelfs met stevige soep. Om het vervolgens weer tot leven te wekken met een beetje water. Nu heb ik geen geschikte kachel, maar wel gelezen dat het ook kan met een droogoven. Die kocht ik en sloeg aan het experimenten met courgette, wortel, aubergine en champignon. Op aubergine na werkte het inderdaad prima; je droogt de groentes een paar uur in de droogoven en als je ze wilt eten, gooi je er wat kokend water overheen. I-de-aal!

Klaar voor de start!
Uiteindelijk heb ik mijn rugtas volgestopt met toerbrood, gedroogde groentes, gezouten noten en wat eiwitrepen. En een thermosfles om heet water in mee te nemen.
De rit naar Oostenrijk was wel spannend hoor! Hoe dichterbij we kwamen, hoe meer kriebels ik in mijn buik kreeg. “Zal ik geen honger krijgen en wel genoeg energie hebben om te wandelen?” Gelukkig maakte het golvende graslandschap inclusief grazende Milka koeien me rustig en enthousiast. In de verte zag ik als kers op de taart hoge toppen opduiken en begon de lucht schoner te ruiken. Let’s go!

Oostenrijks eten in de berghutten
Wat krijg je te eten?
Zoals verwacht wordt er in de hutten veel vlees, kaas en koolhydraten geserveerd. Er is in elke hut gelukkig wel een optie om vega te (avond)eten, maar vooral het ontbijt is nog behoorlijk “ouderwets”; brood, boter, kaas, vleeswaren, jam. Als je vegan wilt eten, kun je dus beter wat extra eten zelf meenemen. En ook wanneer je glutenvrij door het leven gaat, kun je beter wat ruimte voor eten in je rugtas reserveren..

Ook de vegetarische (avond)maaltijden zijn vaak echte koolhydraten-/caloriebommetjes. Pasta met (heel veel) kaas en een salade of een ‘knödel’, bijvoorbeeld gemaakt van spinazie en meel krijg je al snel. En omdat je vegetarisch eten bestelt vaak ook met een bordje sla erbij, haha!
Mijn ervaring
Het was een enorme meevaller dat er in elke hut een vegetarisch alternatief was en dat ik niet verplicht hompen vlees weg moest werken. En eerlijk gezegd viel het me uiteindelijk alles mee met hoe mijn lichaam reageerde op het grote contrast met thuis. Ik denk dat het scheelt dat je daar de hele dag in beweging bent, en dus de koolhydraten en suikers direct gebruikt. Wel was ik blij dat ik mijn eigen voorraad eten mee had genomen, want zo kon ik als lunch gewoon lekker wat groente eten. Dat miste ik ‘s avonds wel. Het voelt echt minder gezond om zo weinig groentes te eten. Net als zo’n zware maaltijd ‘s avonds laat niet heel prettig aanvoelt. Wat ik daarom wel deed was de sla lekker opknabbelen en de knödels in een plastic zakje meenemen voor de lunch. Vast niet de bedoeling, maar jezelf volvreten omdat je dan toevallig wat te eten krijgt is natuurlijk net zo min de bedoeling.
Wat me ook opviel is dat het eten er behoorlijk zuur en/of zout is. In combinatie met de warmte overdag leverde het bij mij al snel een heleboel maagzuur op. Tip dus als je ook de (Oostenrijkse) bergen in gaat: neem Rennies mee en probeer niet te zout, niet te zuur en niet te pittig te eten.
Wil je het wat natuurlijker bestrijden; stop een flesje rozenwater in je tas of een voorraadje kardemompeulen.
Nog een leuke positieve verrassing: in de derde hut hadden ze zelfs sojamelk! Tof!

Ondanks dat het ´niet helemaal´ Laura-proof was, was het eten meestal wel echt lekker. Vooral bovenstaande knödel maakte op de eerste dag een positieve indruk. Wat ook weer de nodige verwachtingen schept, maar om je direct uit de droom te halen; origineler en veel gevarieerder wordt het niet en in de vijfde hut ben je die bolletjes wel beu. Gelukkig was er wel een beetje afwisseling; ook de Käsespätzle was goed te doen. Dat is een soort van gnocchi pasta met heel. veel. kaas.
Wat ik nog van vroeger herinnerde was de Germknödel mit Vanillesauce en Mohn (verpulverd maanzaad) en de Kaiserschmarrn. Die móest ik dus ook eten. Als ik er nu weer aan terugdenk, loopt het water me in de mond. En voel ik de kilo’s al naar m’n heupen kruipen :p

Op naar de volgende bergtocht!
Met een voldaan gevoel zijn we naar huis gegaan. Het was onwijs gaaf om weer hoog in de bergen te zijn, echt afgesloten van de wereld zo zonder mobiel bereik. Heerlijk. Ook het eten in de hutten heeft me positief verrast en we hadden meer dan genoeg eten zelf meegenomen. Die eiwitrepen neem ik daarom een volgende keer niet meer mee. Ze wegen te veel en ik heb er bijna niet van gegeten. De gedroogde groente, het toerbrood en de nootjes gaan zéker weer mee. Wellicht wel de ongezouten variant, omdat het eten in de hutten verder ook aardig zout is.
Voor de volgende tocht – die gepland staat in juli dit jaar – ga ik nog wel op zoek naar goede, natuurlijke, middeltjes om maagzuur tegen te gaan. Dus als je een goede tip hebt.. deel het vooral met me!
En voor degene die benieuwd is naar de foto…
TADAAA!
